Het orgel is gebouwd in 1974 door Vierdag Orgelbouw Enschede (1946-1981) voor de Nederlands Gereformeerde Kerk te Eindhoven naar een ontwerp van Hans Brink. Het orgel had oorspronkelijk 12 registers, verdeeld over twee manualen en pedaal, waarbij de Gedekt 8′ van het pedaal een transmissie was van de Bourdon 16′. Vanwege de kleine bouwruimte was het orgel compact gebouwd, een deel van de pijpen van de Bourdon 16′ waren liggend tegen de bovenkant van de orgelkas gemonteerd. Het orgel was voorzien van drie kleine balgen. In 1998 werd het orgel door Pels & van Leeuwen uitgebreid met een Dulciaan 8′ op Manuaal II.
In 2014 kwam het instrument te koop te staan omdat de gemeente een ander kerkgebouw betrok. Onder begeleiding van de Orgel-Advies-Commissie van de VOGG in de personen van Herman den Hollander en Dick den Engelsman werd besloten tot aankoop door de Ger. Gem. van Terneuzen. Hierbij kreeg orgelmakerij Steendam te Roodeschool de opdracht voor demontage, restauratie en overplaatsing. Om onderhoud en toegankelijkheid te verbeteren werd besloten om de drie kleine balgen te vervangen door één grote magazijnbalg die samen met de windmotor, in een aparte kast, achter het orgel geplaatst zou worden. Tevens werd besloten om het orgel uit te breiden met een aparte windlade (uit voorraad orgelbouwer) voor het pedaal met daarop een aantal extra stemmen (bestaand pijpwerk) om de draagkracht te vergroten. De Bourdon 16′ werd vervangen door een Subbas 16′ met een wijdere mensuur waarbij de Gedekt 8′ weer gedeeltelijk transmissie van de Subbas 16’werd. Tevens werd een Octaaf 8′, een Octaaf 4′ en een Bazuin 16′ toegevoegd. De pedaaltractuur is volledig mechanisch, waarbij, vanwege de korte afstand tussen het klavier en de pedaalwindlade, een wellenbord is toegepast. De registertractuur van het pedaal is elektrisch. Om een betere uitspraak te verkrijgen op de galerij is in de bovenste zijpanelen en in de pedaalkas zaagwerk toegepast in gelijke stijl als in het front aanwezig.